Boek (3)

Wat vooraf ging: het manuscript voor mijn burn-outboek krijgt vorm.

De kaft van een boek is heel belangrijk. Die wordt al gemaakt voor mijn manuscript binnen is. Het ontwerp van de voorkant moet al maanden op voorhand op de ‘Wordt verwacht’-pagina op de website, en in de voorstellingsbrochure van het zomeraanbod van de uitgeverij. Of ik zelf een idee heb voor een illustratie op de voorkaft, vragen ze me. Ik kan niks bedenken. Voor de hand liggende beelden, zoals een uitgebrande kaars of lucifer, zijn allemaal al eens gebruikt.

Enkele weken later krijg ik telefoon. Ze hebben bij de uitgeverij een idee. “Wat als we een foto van jouzelf op de cover zetten, met een felle lichtbron achter je, zodat je eruit ziet als een donker, zwart silhouet?” En dus sta ik op een middag tussen de fotolampen, reflectieschermen en softboxen. Ik heb een zwarte trui aangetrokken, kwestie van het contrast met het licht achter me nog wat groter te maken. Een rode hemdskraag lijkt me wel gepast. Het doet me aan een nagloeiende sintel denken.

Ik voel me een echt fotomodel. De fotograaf laat me professionele trucjes uitvoeren. Eerst opzij kijken, en dan mijn hoofd naar de lens draaien op het moment dat hij afdrukt. “Dat brengt dynamiek in het beeld”, zegt hij. Ik vind het jammer dat ik geen schouderlang haar meer heb: in mijn verbeelding sta ik al met shampooverse, rondwaaierende lokken op de cover. “Jij hebt dat vast nog al gedaan”, vleit de fotograaf. “Het komt heel naturel over.”

Twee weken later krijg ik enkele voorstellen voor de cover in mijn mailbox. Of ik ze ook even kan bekijken en zeggen welke mijn voorkeur dragen? Het is even schrikken. Ze hebben mijn foto in zwart-wit afgedrukt, en het contrast serieus verscherpt. Ik zie eruit alsof ik de pot fondantchoco heb proberen uitlikken. Het is in ieder geval een beeld dat… tja, dat opvalt. En hoe meer ik ernaar kijk, hoe beter ik het vind. De titel maakt het helemaal af. Ik ben helemaal weg van het slanke, rode lettertype, midden op het blad.

De verschillende voorstellen zijn variaties op het zelfde beeld. Groot of klein, met of zonder kader, negen keer herhaald, langzaam vervagend of gespiegeld op zijn kop… Ik kan niet goed kiezen. Ik vind ze allemaal wel iets hebben, maar er zit me ook bij elk voorstel wel iets tegen. Ik rangschik ze op mijn buikgevoel. Uiteindelijk kiezen ze voor het ontwerp dat ik helemaal onderaan heb gezet. “We hebbenerover overlegd met onze commerciele vertegenwoordiger”, zo klinkt het. “Iedereen vond dat ontwerp het meest attractieve, het meest prikkelende ook. Wat uiteindelijk telt is wat het meest in het oog springt bij inkoper en koper. We hopen dat je daar begrip voor kunt opbrengen.”

Tuurlijk heb ik daar begrip voor! Ik ben niet de expert in boeken verkopen. Dat zijn zij. Waarom zou ik me met hun job moeien? Laten we eerlijk zijn: de cover van een boek is er niet om de auteur te plezieren, maar om het boek te promoten. Om mensen te verleiden tot kopen. Wat zou mijn persoonlijke buikgevoel daar moeten tegen optornen?

Ik heb trouwens iets veel belangrijkers om aan te denken: mijn boek heeft een kaft! Het is nu geen vaag project meer, maar iets zichtbaars, iets tastbaars! Nu pas is het echt!

Cover van het boek Opgebrand

Lees verder hoe mijn boek in de winkel kwam (inclusief promopraatje).

2 gedachtes over “Boek (3)

  1. Pingback: Boek (2) | Alweer een opgebrand geval

  2. Pingback: Boek (4) — inclusief promopraatje | Alweer een opgebrand geval

Plaats een reactie