Boek (2)

Wat vooraf ging: uitgeverij Davidsfonds nodigt me uit om mijn burn-outverhaal als boek uit te geven.

Ik stapte de boekenwinkel buiten met een tas pas aangekochte kinderboeken en met huiswerk van de uitgever. De volgende dagen moest ik mijn vrouw, mijn collega en mijn baas vragen of ze ook hun kant van mijn verhaal wilden vertellen in mijn boek.
Ze moesten er allemaal even over nadenken. Uiteindelijk zeiden ze allemaal ja. En dus kreeg mijn boek verder vorm. Met getuigenissen van mijn vrouw Kristel, mijn collega Veerle en mijn teamhoofd Leen, over hun kant van mijn verhaal. Mijn vrouw zou me ook helpen begrijpen wat mijn zoon dacht en deed tijdens mijn burn-out.

Enkele maanden later naderde de deadline. En terwijl ik zelf mijn eigen verhaal probeerde af te ronden, kwamen de getuigenissen van mijn medeschrijvers maar niet binnen. “Ik heb een paar gedachten op papier gezet, maar ze hangen helemaal niet samen.” – “Ik heb al het een en ander op papier, maar ik wil het eerst aan anderen laten lezen voor ik het aan jou toon.” – “Ik heb alleen gisterennacht een uurtje tijd gehad, mag ik tot volgende week wachten om je de tekst te bezorgen?” – “Ik zie het niet zitten om verder te schrijven. Mag ik het je niet gewoon vertellen?”
Plots was ik geen auteur meer, maar een redacteur. Plots moest ik deadlines stellen en verstellen, teksten van anderen uitschrijven, aanpassen of herwerken. Maar ook zorgen dat het allemaal niet te veel op mijn eigen stem begon te lijken, elk haar eigen stem laten behouden.
En plots moest ik mijn getuigen ook geruststellen. Plots zag ik alle twijfels die ik zelf had over mijn tekst, ook bij hen opduiken. “Ik weet niet of het interessant is wat ik vertel.” – “Ik denk niet dat iemand er iets aan zal hebben om dit te lezen.” – “Ik wou dat ik wat meer tijd had gehad om de hele situatie grondiger te analyseren. Dan was mijn tekst beter geweest.” Ik moest hen aansporen, hun twijfels wegnemen, hen verzekeren dat hun bijdrage net heel waardevol zou zijn.

Het was behoorlijk confronterend, zeiden ze me: “Ik was veel gebeurtenissen van het voorbije jaar vergeten. Nu ik het me allemaal terug voor de geest moest halen, kwamen veel emoties opnieuw naar boven.”
Het was voor mij zeker even confronterend. Ik leerde stukjes kennen die ze tot dan voor mijn verborgen hadden gehouden. Twijfels, teleurstellingen, pijn. (En gelukkig ook een paar positieve noten.) Vooral de bekentenissen van mijn vrouw zinderen nog steeds na. Een burn-out kan je partner nog dieper tekenen dan ik al dacht. Ik verbaas me er nog steeds over dat ons huwelijk er niet aan kapot is gegaan.

Een maand geleden was mijn manuscript eindelijk af. Of eigenlijk moet ik zeggen: een maand geleden heb ik het naar de uitgeverij gestuurd. Af vond ik het zeker niet. Tot de laatste minuut heb ik nog zitten twijfelen, op zoek naar halve of hele zinnen die beter omgegooid of geschrapt werden. Sindsdien was het bang wachten op hun feedback. Vinden ze het nog steeds een boek waard? Is mijn tekst wel goed genoeg?
Tot gisteren. Mail: “Hierbij vind je de geredigeerde tekst van je boek. Bekijk je onze opmerkingen even?” Ik heb een uur gewacht om het te openen. Trac. Wanneer ik het Word-document dan toch open, blijkt alles heel goed mee te vallen. Ik zie bijna uitsluitend taaltechnische ingrepen. Zinsdelen in een andere volgorde plaatsen bijvoorbeeld, of woorden vervangen door een synoniem. (Ik schrijf blijkbaar altijd ‘terug’ waar dat ‘weer’ of ‘opnieuw’ moet zijn.)
Oef, mijn tekst is bijna persklaar. Ik vind bijna alle wijzigingen terecht. Al ga ik toch nog op een pààr wijzigingen zitten sjieken. Ik moet me toch een béétje als een auteur gedragen en misbaar maken over de schending van mijn artistieke integriteit, niet? 😉

Lees verder hoe ik fotomodel werd voor mijn boek.

2 gedachtes over “Boek (2)

  1. Pingback: Boek (1) | Alweer een opgebrand geval

  2. Pingback: Boek (3) | Alweer een opgebrand geval

Plaats een reactie