30 dagen stilte: week 3

Heel de maand april neem ik deel aan de uitdaging ‘30 dagen stilte zoeken’. Zo is mijn derde week verlopen:

Dag 16: internetstilte

Een van de schrijvers heeft het lumineuze idee gekregen de modem te resetten. En plots zitten we zonder internet. De hele dag. Je zou denken dat dat een zegen is, om geconcentreerd verder te schrijven. Maar neen, zonder internet besef je pas hoe veel je online opzoekt voor je verhaal. (Bestaat er een synoniem voor beton? Hoe heten de dwarslatjes in een raam? Wat voor handboogtypes bestaan er zoal?)

Internetstilte. Dat moet een van de moeilijkste stiltes zijn om te verdragen. Moeilijker dan radio- of televisiestilte. Ons hele leven lijkt soms af te hangen van internet. Dat merk ik aan de praktische besognes waar zowat iedereen plots mee worstelt. (Zou mijn inschrijving voor de weekendcursus nu in orde zijn? Hoe laat vertrekt mijn trein morgen? Hoe gaat dat liedje van Drs. P ook al weer?) En aan de afkickverschijnselen van sociale media natuurlijk.

Het is eigenlijk niet zo slecht om af en toe eens een internetstilte in te lassen. Een paar dagen, een paar weken misschien zelfs, jezelf even loskoppelen van de impulsenstroom van het internet. Ik ben daar vroeger wel al eens in geslaagd. Maar als het totaal onverwacht komt, zonder dat je jezelf kon voorbereiden, dan pas besef je hoe zeer ons leven tegenwoordig met internet is verweven.

(Ik beken: ik heb het niet volgehouden. Rond zes uur ben ik op de plein voor de dorpsschool gaan staan om even op een hotspot uit de omgeving mee te surfen.)

Dag 17: diep in de rotsen

grot van HanDe terugweg naar huis loopt via de grotten van Han (een familie-uitje). Ik heb ‘s lands bekendste grotten nog nooit eerder bezocht, en ik ben onder de indruk. Dit is stilte van een heel andere aard. Niet het soort bos- of natuurstilte, die vol is van ruisende kruinen en lascieve dieren. Dit is diepe, oeroude, stenen stilte. Het enige geluid is menselijk geluid (dat ook volop aanwezig is, omdat je nu eenmaal in groep moet wandelen onder begeleiding van een gids). Tonnen en tonnen rots sluiten elk ander geluid uit. Dit is stilte die je kunt zien, kunt voelen, kunt ruiken en inademen.

Dag 18: stadspark

Nog volop in de ban van de voorbije week probeer ik mijn Ardeense stilte-ervaringen te herbeleven in Gent. Ik wandel door het Citadelpark, de grootste groenoppervlakte binnen het centrum. Het is een mooi park natuurlijk, en het is er stiller dan pakweg op de middenberm van de stadsring tijdens de spits. De diepe stilte uit de Ardennen vind ik evenwel niet terug. Het park ligt geprangd tussen verschillende grote invalswegen, en daarom blijf je het eeuwige gezoem van het voorbijrijdende verkeer horen. En dat is zonder de camionettes van de groenarbeiders en de veegwagens van Ivago gerekend. Daarbovenop ontsnap je niet aan het jammerlijke geblaf van de honden in het asiel van het Citadelpark – honden die elkaar om de beurt aansteken, daar word je na een tijdje horendul van.

Dag 19: tropische serre

Ik heb uiteindelijk toch een superstil plekje gevonden in het Citadelpark. Nuja, eigenlijk in de aangrenzende universitaire plantentuin, maar het is een kniesoor die daarom maalt. Achterin de plantentuin staan een aantal publiek toegankelijke serres, waar zogoed als geen lawaai van buiten doordringt. Ik geniet van de stilte die zelfs een eenzame hommel niet kan doorbreken. Tot ik me de pleuris schrik wanneer de dakramen met veel mechanisch geklonk wat meer open worden gezet.

Dag 20: Bourgoyen-Ossenmeersen

Zicht op de Bourgoyen-OssenmeersenLaatste poging om een stil stukje natuur te vinden in Gent. Ik ga naar de Bourgoyen-Ossenmeersen, een beschermd natuurgebied op de grens tussen Gent en Mariakerke. Ik kom hier graag wandelen. Vandaag kom ik onderzoeken hoe stil het hier kan zijn (de vogels die hier wonen tellen uiteraard niet mee). Wel, het is me gelukt een paar plekjes te vinden waar me geen onnatuurlijke achtergrondruis meer opvalt. Dat is eigenlijk ongelofelijk, besef ik nadien, want ook de Bourgoyen-Ossenmeersen zijn omsingeld door grote, drukke wegen – de Brugsesteenweg, de Drongensesteenweg en bovenal de R4. En op de meeste plaatsen in de meersen blijf je toch het geruis van één van de drie horen.

Conclusie: Gent kent veel rustige plekjes. Maar het is een blijft een stad, waar altijd wel achtergrondlawaai blijft bestaan. Zelfs in de (rand)stedelijke natuur. Daar valt niet aan te ontsnappen.

Dag 21: Brussel

Brussels pleintjeTijd om terug naar het werk te gaan! En dus is het ook gedaan met mijmeren over de Ardennen. In Brussel is het onmogelijk om dieprurale stilte te vinden. Stilte zoeken betekent hier eerder: even een ànder achtergrondgeluid opzoeken. Ik ga tijdens de middagpauze graag buiten wandelen, weg van het kantoor- en refterlawaai. In de Brusselse buitenlucht hangen natuurlijk méér decibels dan in de drukste kantoortoren. Maar wie even zoekt, vindt vele kleine hoekjes en pleintjes waar het stadslawaai tot slechts de helft wordt gereduceerd. Nèt genoeg ‘stilte’ om de namiddag weer met een iets frisser hoofd terug aan het werk te kunnen.

Dag 22: stille hoofdtelefoon

Ik werk vaak met een hoofdtelefoon op. Zo creeer ik voor mezelf een stillere werkomgeving, terwijl mijn collega’s rondom mij toch kunnen overleggen en telefoneren. Ik heb zo’n hoofdtelefoon die het omgevingsgeluid elektronisch dempt. Een voordeel is dat ik ook naar stilte kan luisteren: ik hoef niet per se muziek te spelen om het omgevingslawaai naar de achtergrond te dringen.

Soms laat ik liever wat natuurgeluiden spelen. Vogelzang, regendruppels of golven op een strand, je vindt op internet duizenden streamingkanalen of youtubefilmpjes. Vandaag experimenteer ik met naturesoundsfor.me. Je kunt er zelf je soundtrack met natuurgeluiden samenstellen. Maar overdrijf niet: zodra je het geluid van een sneeuwstorm combineert met krekels en een schreeuwende halfaap, ben je fout bezig 😉

Plaats een reactie